Het is nu eenmaal zo: er was eens een heel vies bedrijf. Dat bedrijf had wel een paar honderd medewerkers, maar niemand kon schoonmaken. Nou ja, er waren heus wel een paar mensen die thuis ook aan de slag gingen met stofzuigen, ramen lappen en poetsen, maar ze lieten dat niet merken als ze op hun werk waren. Stel je voor dat ze niet alleen thuis maar ook op het werk nog eens hard moesten werken om alles schoon te krijgen. Het was dus een bedrijf met luie mensen, of anders gezegd: mensen die het liefst zo min mogelijk actief bezig waren. Er was al van alles geprobeerd door de directie om de mensen wat meer in beweging te krijgen. Zo werd er een bonus uitgeloofd voor het personeel dat bereid was om eens een keertje af te wassen of de toiletten schoon te maken. Maar ja, aangezien dat de minst favoriete klusjes zijn, kwam daar op den duur ook niks van terecht. Het kan zijn dat de bonus niet hoog genoeg was. Daarom werd er een afwasmachine aangeschaft, zodat er geen vuile kopjes meer in de kantine op het aanrecht zouden blijven staan. Maar je raadt het vast al, niemand zette zijn vuile kopjes in de vaatwasser. Sterker nog: ze brachten niet eens hun kopjes naar de keuken! Als dat nu het enige probleem was, maar nee hoor. Als iemand een kopje koffie wilde tappen dan vlogen de stofnesten om het koffieapparaat heen. En ja, dan kon er ook weleens een stofwolk op het drankje neerdalen. Dat is het risico van het vak. Ondertussen was er heel veel verloop van personeel. Bijna niemand had zin om in een vies bedrijf te werken. Je zou bijna kunnen zeggen dat je aan zwartwerken deed, zo smerig kwamen de werknemers thuis. Stoelen werden nooit schoongemaakt en iedereen smeerde het broodbeleg dat teveel was op de kantinetafel uit. Toen dat een enorm dikke brij werd, viel het vanzelf op de stoelen, waar iedereen gewoon op ging zitten. We zullen het maar niet over de zetels in het toilet hebben, want dan zouden we Vies met een hoofdletter moeten schrijven. Gelukkig had de directie aan het eind van het jaar nog wat budget over en huurden ze een schoonmaakbedrijf in. Toevallig heette dat bedrijf FDW. Toen de werknemers in het nieuwe jaar weer aan de slag gingen, geloofden ze hun ogen niet. Bij de ingang van het bedrijf werden dan ook zonnebrillen uitgedeeld. De directie vreesde dat de medewerkers niet gewend waren aan het felle licht, want het bedrijf was me toch een partijtje brandschoon! Het rook heerlijk fris en de bureaus waren niet meer donkergrijs met een gele gloed, maar spierwit. Het toilet rook naar rozen en doordat de ramen aan de binnen- en buitenkant gelapt waren, was er geen kunstlicht nodig. De lampen konden uit blijven. De directie zag hoe blij het personeel was met deze positieve verandering en besloot om budget vrij te maken om regelmatig het bedrijf door een professioneel schoonmaakbedrijf te laten reinigen. Dat was een enorm goede zet, want met de besparing op de verlichting kon niet alleen het schoonmaakbedrijf betaald worden, maar bleek er ook nog extra budget over te zijn. Het werd tijd voor een bedrijfsfeestje. 😉