Laatst was er op tv een quiz waarbij er gevraagd werd wat Reckitt blauw is. Alle kandidaten moesten het antwoord schuldig blijven. Opmerkelijk, want nog niet zo heel lang geleden was het dé witmaker bij uitstek. Reckitt blauw, oftewel poppetje blauw of zakje blauw werd aan het spoelwater van de was toegevoegd om deze goed wit te houden. Je kunt het nog steeds wel kopen zo hier en daar en dan staat er steevast bij vermeld: voor hagelwit textiel. Maar waar komt het vandaan? Blauwselfabrieken bestonden al in de 17e eeuw. De grondstof was smalt met kobalt. Blauwselfabrieken waren bijzonder milieuonvriendelijk omdat ze zware metalen gebruikten. Ze stonken en vervuilden het water. Toch stonden deze fabrieken in de stad. In 1826 werd het synthetisch vervaardigd met behulp van ultramarijn. Ultramarijnblauw wordt vervaardigd uit zwavel, chinaklei, soda en pek of houtskool. Dit blauwsel kon goedkoper vervaardigd worden en in grote hoeveelheden gemaakt worden. Rond 1850 werd dit als Reckitt’s blauw op de markt gebracht en gebruikten vele huishoudens het om het grauwe of het vergeelde uit het witte beddengoed te halen zodat alles weer fris wit oogde. In Nederland waren er enkele blauwselmolens, o.a. in de Zaanstreek, Rotterdam en Dordrecht. Tot ver na de Tweede Wereldoorlog werd dit spul als witmaker voor de gezinswas gebruikt. Later werd het blauwsel aan de moderne wasmiddelen toegevoegd. Reckitt blauw wordt al een paar jaar niet meer geproduceerd. Momenteel zijn er andere witmakende stoffen die in wasmiddelen gebruikt worden. Blauwsel is ook voor andere artikelen ingezet. Zo werd het gebruikt als witmaker in de suikerindustrie en om schrijfpapier lichtblauw te kleuren. Als je de wasmiddelen van vroeger en nu met elkaar vergelijkt is de geur in deze tijd het meest belangrijk. Door het water spoelen de meeste vlekken eruit en ook de temperatuur speelt een grote rol. De witmakende stoffen lijken ondergeschikt te zijn geworden, tenzij het een hotelketen betreft waarbij de witte was ook echt wit uit de machine dient te komen. Als je toevallig wat witte t-shirts gewassen hebt met ander wasgoed dat kleur heeft afgegeven, en de shirts zijn gelig geworden, kun je deze shirts in een volgende was met een blauwe spijkerbroek mee wassen, zodat het blauweffect ervoor zorgt dat de t-shirts weer redelijk wit ogen. Nog beter is het om soda te gebruiken om de shirts weer helemaal wit te krijgen. Wat wel opvalt is dat mensen gaandeweg op hogere temperaturen zijn gaan wassen en dat de dagelijkse of wekelijkse was niet meer standaard de 40 graden was is. De meeste mensen wassen op 60 graden en dan gaat alles ook meteen bij elkaar. Spijkerbroeken, handdoeken, theedoeken, beddengoed en ja dus ook die t-shirts en overhemden die weleens zouden kunnen gaan krimpen. Zeker als het gemaakt is van mengvezels. Doordat de kledingindustrie ook veranderd is en men in plaats van de duurzaamheid van de kleding meerdere goedkopere items aanschaft, gaat de noodzaak weg om alles goed te sorteren voordat het de wasmachine ingaat. Zodra de wereld langzaam verandert, verandert het gedrag van mensen en veranderen de producten mee. Als je een paar weken op de camping zit en je hebt alleen een stuk groene zeep ter beschikking dan kun je daar ook uitstekend jouw was mee doen. En je haren wassen en… nog veel meer. Het ligt er dus aan wat we gewend zijn, wat we van huis mee hebben gekregen en hoe we langzaam beïnvloed worden door de reclames om ons heen. En de verleidelijke geuren van wasmiddelen én de verpakkingen. Alles speelt mee. 😉