Ouderwetse woorden worden voortdurend in een nieuw jasje gestoken. Schrobben is een woord dat bijna niet meer gebruikt wordt. Er zijn in onze taal zoveel verschillende woorden te vinden voor het woord schoonmaken, zoals reinigen en poetsen dat we soms maar naar de Engelse benamingen grijpen zoals cleaning. Toch zijn die woorden van vroeger best leuk om eens nader te bekijken. Natuurlijk zijn de schoonmaakmethodes door de jaren heen verandert; vaak ten goede. Jaren geleden was het heel normaal om huisvrouw te zijn want je had er een dagtaak aan. Neem alleen al het wassen. Mensen hadden minder kleding dan tegenwoordig dus moest men het wassen ook echt goed bijhouden. Wasmachines zijn er al jaren maar er was een tijd dat men alles op de hand waste. Kleding insmeren met groene zeep, flink boenen, uitspoelen en te drogenleggen op “de Bleek”. Dat was een grasveld wat speciaal bestemd was om kleding in de zon te laten drogen. Als het regende had je pech. Als je Google gebruikt moet je goed zoeken naar wat precies het gebruik van de bleek was, ten tijde van “de Bleek” was er nog geen Google. ?
Zwabberen is ook zo’n mooi woord. Wie gebruikt er thuis een zwabber? Dat is zo’n ding die je als pruik kunt gebruiken maar je kunt er ook de vloer mee dweilen. Er zijn nog oudere woorden te vinden; wat dacht je van kuisen? Dat is een ander woord voor poetsen. Ik heb werkelijk nog nooit iemand horen zeggen: “ik ben weer lekker aan het kuisen geweest”. Wat te denken van politoeren en frotteren? Je zou niet zeggen dat dat simpelweg boenen betekent. Wat “plodderen” betekent mag je zelf uitzoeken; dat is het makkelijke van deze tijd. Iedereen kan alles digitaal vinden.