In een grijs verleden hebben de meesten van ons weleens op een camping gestaan. De een zweert bij een campingvakantie, de ander moet er niet aan denken. Vage herinneringen van een w.c. rol onder de arm om in het midden van de nacht al struikelend naar een toilethuisje te lopen duiken ineens weer op. Of het gezamenlijke douchen. De tent die niet geluiddicht blijkt te zijn, alsmede de tenten van de andere campinggasten, en de tent die drijfnat de laatste regenbui getrotseerd heeft, maar ook weer afgebroken wordt en nat mee moet op de terugreis. Gelukkig verbeterde het campingleven zo langzamerhand met de steeds beter uitgeruste caravans en kwam de term “glamping” helemaal in. Het luxere kamperen. Glamour op de camping. Mensen die het een week of langer in een tent volhouden zijn de ware kampeerders. De laatste keer dat ik zoiets deed was in mijn tienerjaren; de perfecte leeftijd om te onderzoeken of het kampeerdersleven bevalt. Als je smetvrees hebt, kun je beter niet back-to-basic op een camping staan. Ik weet nog dat de Nederlanders in het buitenland toch allemaal op dezelfde tijd hun potje gingen koken. Alsof het afgesproken was. Daarna stond iedereen in de rij om de borden en het bestek af te wassen bij de enige kraan die de camping rijk was: bij de toilettengroep. Als iemand zijn handen ging wassen na het toiletbezoek konden er weleens wat spetters op de schoongewassen borden komen maar niemand die daar moeilijk over deed. Ik zag wel met lede ogen hoe de mensen in de nabijgelegen tent hun hond de etensresten van hun borden af liet likken. Brrr. De dag erna vroegen diezelfde buren of we gezellig met ze mee aten want ze hadden toch genoeg gekookt. Eh, op die afgelikte borden? Ik had niet gezien dat ze die borden later nog een keer hadden afgewassen… zoals elke rechtgeaarde campinggast dat vaak doet: we gingen patat halen. Er zijn genoeg back-to-basic programma’s op de televisie te zien zoals Expeditie Robinson, en het is fantastisch om te zien hoe de kandidaten zich conformeren naar de natuur. Natuurlijk weet elke kandidaat dat er een aantal weken voor staat en dan is het leven zonder luxe best wel vol te houden. Maar wat als we totaal terug gaan naar de natuur, zonder technologie, zonder koelkast met producten die je zo kunt koken op je al dan niet elektrische fornuis, zonder kledingindustrie, zonder gezuiverd (koud en warm) water… geen warme douche en geen shampoo en badschuim en gel…. Jezelf wassen in een rivier, ook in de winter. Zonder enige luxeproducten als een kam, schaar, tekentang, glutenvrije producten… Zonder asfalt en vervoermiddelen als een auto, fiets, zonder, nou ja, eigenlijk alles wat we de laatste eeuwen verworven hebben. Waar de term “smetvrees” niet aan de orde is. Helemaal back-to-basic. Het is een gewetensvraag of we dat zouden kunnen…